A Strange Invasion
Met een zware, analoge camera slenterde ik door het dorp. Puffend van de hitte zocht ik wat verkoeling onder de schaduw van een reusachtige cactus. “Wat ben je aan het doen?”, vroeg een passerende, oude vrouw in bijna onverstaanbaar Spaans. “Oh, ik ben hier voor een fotoproject”, antwoordde ik. Ze had een huid als leer, maar jonge, sprankelende ogen die ik maar wat graag op de foto zou willen zetten. “De laatste keer dat hier een blonde vrouw rondliep is een aantal van onze kinderen gekidnapt”, vertelde ze en ze bleef me achterdochtig aankijken. De moed zonk mij in de schoenen.
Ik was ook achterdochtig, maar om een andere reden. In Mexico Stad, waar ik een paar jaar heb gewoond, ontmoette ik een mensenrechtenadvocate die mij vertelde over El Huizache, een dorp in Centraal Mexico. Op slechts drie kilometer van deze minuscule nederzetting zijn in de jaren negentig 55.000 ton aan chemische afvalstoffen gedumpt, grotendeels illegaal. Na wat research vond ik enkele artikelen uit die tijd, van onder andere Greenpeace, over de zaak ‘La Pedrera’, zoals de stortplaats heet. Als humanitair fotografe besloot ik op nader onderzoek uit te gaan.
Er wonen slechts 400 mensen in El Huizache en buitenlanders zijn echt een bezienswaardigheid. Bij aankomst voelde ik me een beetje ‘unheimisch’. Door de kokende hitte in de late middagzon liep het zweet in mijn ogen, wat het fotograferen praktisch onmogelijk maakte. Rond zonsondergang kwamen de bewoners langzaamaan hun huisjes uit. De sfeer was vredelievend en ontspannen. Het is echter weleens anders geweest.
Begin jaren negentig begon een bedrijf, genaamd Coterin, met het boren in de grond naast El Huizache. Er werd beloofd dat het voor een leiding met drinkwater was. Het restwater kon gebruikt worden voor de lokale tomatenvelden. In tegenstelling tot hun beloftes werd er rond de 20.000 ton aan gevaarlijk, industrieel afval gestort. De bevolking was het zat. Bewapend met machetes blokkeerden zij in september 1991 drie dagen lang de route naar La Pedrera. Klimaatorganisaties arriveerden en naar aanleiding van inspecties en grondonderzoek werd het bedrijf gesloten op 3 oktober van dat jaar.
De onderneming Coterin was volledig illegaal aan het werk geweest zonder vergunning voor werkzaamheden met chemicaliën. De geografische ligging was bovendien in strijd met de officiële milieuvoorschriften. In plaats van het opleggen van een boete of het verplichten van Coterin om La Pedrera op te schonen werd in 1993 een federale vergunning uitgegeven om de onderbroken werkzaamheden voort te zetten.
Door een nieuw handelsverdrag tussen de Verenigde Staten en Mexico was er al snel een Amerikaans bedrijf geïnteresseerd in La Pedrera. Metalclad, uit Californië, kocht de business over. Wel moest de nieuwe eigenaar betalen voor een milieu-inspectie waarvan de uitslag positief was, ondanks 18 schendingen van het milieurecht. De overduidelijke problematiek rondom de overname behoedde het bedrijf er niet van de eerste duizenden tonnen aan chemicaliën te dumpen in met plastic bedekte uitgravingen waar later tot 100 procent aan explosiegevaar werd gedetecteerd. “Een tikkende tijdbom”, zo noemden de betrokken bewoners La Pedrera. Er waren in die tijd buitengewoon veel kinderen die geboren werden met misvormingen en open ruggetjes. Al is nooit aangetoond dat de chemische grond- en watervervuiling daar de oorzaak van was, zorgde het wel voor onrust. Opnieuw kwamen de inwoners van El Huizache in actie. Metalclad bood hen 2 pesos aan voor iedere ton aan gestorte chemicaliën en beloofde banen en gratis medische behandelingen. De inwoners sloegen het aanbod af met de woorden: “De gezondheid van de bevolking is niet te koop”.
Door alle negatieve aandacht voor de onderneming Metalclad begon het zijn aandeelhouders te verliezen. In 1997 klaagde het bedrijf de Mexicaanse overheid aan voor onteigening van hun investeringen. In 2000 liep de rechtszaak ten einde met als verliezer Mexico, die het Amerikaanse bedrijf bijna 17 miljoen dollar moest betalen.
Inmiddels zijn er dertig jaar voorbij en de agressieve afvalstoffen liggen nog steeds te broeien onder de zinderende zon van El Huizache. In de jaren negentig waren er voldoende lokale activisten om de illegale activiteiten een halt toe te roepen, maar de corruptie en bureaucratie heeft hun strijdersmentaliteit de kop ingedrukt. Als fotografe is een vergeten en onzichtbaar probleem niet zo interessant om als onderwerp te kiezen, maar ik voelde een verantwoordelijk naar deze mensen toe. Een deel van de fotonegatieven die ik overhield aan mijn bezoek aan El Huizache heb ik bewerkt met dezelfde type chemicaliën die daar de grond vervuilen, chloren, zuren, sulfaten, etcetera. Het resultaat is een serie beschadigde foto’s van een beschadigde plek. De ecologische voetafdruk van de bewoners is verwaarloosbaar in verhouding met die van mij en de meesten die dit lezen. Industriële afvalstoffen zijn het product van het moderne leven, dus waarom moet een dorpje dat leeft van tomaten en een paar koeien hier de dupe van zijn?
Bron: El conflicto del basurero tóxico de Metalclad en Guadalcázar, San Luis Potosí, Fernando Bejareno Gonzaléz